Terugkijken: Brandgrensrun 14 mei 2015

Tekst: Jeroen Koot
Foto: Ilja de Milde

In de metro naar station Beursplein neemt het aantal mensen met de groene shirts van de brandgrensrun per halte toe. Vierduizend hardlopers betaalden het inschrijfgeld van 19,40, een niet toevallig gekozen bedrag. De oorlog is nooit ver weg als het over Rotterdam gaat. De in het groen gestoken lopers krioelen over het plein voor de Laurenskerk, een van de spaarzame gebouwen die na het bombardement op 14 mei 1940 nog wel overeind stond. 

Na een optreden van rapper Winne zet de groene stoet zich langzaam in beweging richting de Binnenrotte, een plek die zonder de wekelijkse markt kil en leeg aanvoelt. Alsof de wederopbouw na het bombardement hier nog niet heeft plaatsgevonden. Maar op deze veertiende mei is het een kleurrijk geheel.

Parachutisten.
14 mei 1940, de dag van het bombardement dat Rotterdam heeft gemaakt tot wat het nu is. Een stad en zijn inwoners, eeuwig op zoek naar erkenning. Liefkozend bezongen als de mooiste rotstad die er is. Gerenommeerde kranten als The Guardian en New York Times schreven een lofzang op ‘Manhattan aan de Maas’. En wij, de Rotterdammers zelf, hanteren het liefst het credo dat normaal doen al gek genoeg is. Is een herdenking op hardloopschoenen dan niet wat gewaagd? Kun je rennend herdenken? Om tien voor negen verschijnen er vliegtuigen boven het centrum van Rotterdam, een stuk minder dan 75 jaar terug. Hun lading bestaat nu niet uit dodelijke bommen maar uit parachutisten die boven de hoofden van de voorste lopers scheren. De klok van de Laurenskerk slaat negen keer en na de ‘last post’ is het stil. Rotterdam herdenkt stilstaand, nu nog wel.

Hoewel stil? Een politieagent maant een stel Chinese toeristen tot stilte. Ze hebben geen weet van wat hier plaatsvindt. 

In hun ogen is het een normale hardloopwedstrijd en helemaal kwalijk kun je ze dat niet nemen. Er zijn startvakken, pacers en duizenden hardlopers.

Boven de hoofden knettert Bengaals vuurwerk. De rookwolken kringelen langzaam richting de hemel, net zoals op die verdomde meidag in 1940. De eerste paar kilometers staat er nog geen publiek maar vanaf de Karel Doormanstraat juichen de mensen de lopers toe. Kroegen stromen leeg en gezinnen staan in hun deuropening te kijken. De afstand is ‘slechts’ twaalf kilometer maar door de toejuichingen waant iedereen zich even een marathonloper op de Coolsingel.

Het hart uit de stad gerukt
Naarmate het donkerder wordt zijn de lampjes in de grond die de brandgrens aangeven beter zichtbaar. Maar ook zonder de lampjes is het verschil tussen oud en nieuw zichtbaar. Nieuwbouw aan je rechterhand en de oudere huizen aan de linkerzijde. Pas hier zie je echt dat het bombardement het hart van de stad eruit heeft gerukt. Het beeld van Zadkine is pijnlijk treffend. Overal waar de lopers passeren wordt er geapplaudisseerd, het is een spontaan gebaar van al die mensen die in Rotterdam wonen. Die de stad niet anders kennen dan dat hij nu is. Van een desolate vlakte bij de Weena tot de hoogbouw die er nu staat. De automobilisten die even moeten wachten op de lopers zien het allemaal met een grote grijns aan. Op momenten als dit lijken alle verschillen die er zijn in Rotterdam voor even vergeten.

Sterker door strijd.
Op de Oostzeedijk passeren de verschillende tempogroepen elkaar. ‘Of ze uit Rotterdam komen’ schreeuwt de ene groep naar de andere. Het antwoord laat zich raden. Bij de finish op de Binnenrotte hangt een uitgelaten sfeer. In de schaduw van de Laurenskerk loopt een man met een Rotterdamse vlag over zijn schouders gedrapeerd. Sterker door strijd staat erop. Het motto dat de stad ‘verdiende’ als herinnering aan de moed en de kracht waarmee de bevolking van Rotterdam alle beproevingen van de oorlog heeft gedragen.

Een stuk verderop lopen een vader en zoon hand in hand. De zoon heeft meegelopen en de vader is oud genoeg om het bombardement meegemaakt te hebben. Uit hun lichaamstaal valt op te maken dat ze trots op elkaar zijn. De vraag of je hardlopend kunt herdenken is door dit ene beeld bevestigd.

Vorige
Vorige

Mijn eerste marathon liep ik dankzij de Rotterdam Running Crew'

Volgende
Volgende

'Rotterdammers zijn trots op hun stad en laten dat graag zien'